woensdag 30 juli 2014

Lingo stopt



In 1989 startte de quiz Lingo.

Ik had de eer om aan één van de eerste afleveringen mee te werken als beeldtechnicus. Het was prettig om dat programma te doen, zoals eigenlijk alle quizen. Zij worden niet live uitgezonden, maar opgenomen. Daardoor kunnen er gemakkelijk decorchangementen gemaakt worden, maar ook is er tijd om een moeilijk woord op te zoeken. Als een kandidaat een antwoord geeft, waar twijfel over is, dan wordt de opname stilgelegd en kijkt de jury in woordenboeken, al of niet digitaal, of het betreffende woord bestaat en beslist dan of het toegestaan wordt. In de uitzending merk je daar niets van.
Ook moesten er na een paar ronden de genummerde ballen verwisseld worden. Als daar een fout in gemaakt werd, liep het spel in het honderd ("Staat niet op de kaart", haha) Ook daar zag je thuis niets van terug, uiteraard.

Aanvankelijk waren er veel problemen met de spelcomputer, die in die tijd nog niet zulke goeie software had. Het werken met die computers was toen relatief nieuw. Om na een "Stopje" (onderbreking van de opname) met de software terug te gaan in het spel was een drama. Dit heeft in het begin heel veel ergernis en tijd gekost.



Robert ten Brink, die toen nog een gewoon jongetje was :-) , vond ik achteraf de beste presentator. Hij maakte leuke grapjes en had een vlotte babbel. Toen Robert aangaf er mee te stoppen, hadden we een screentest, waar oa. de Vlaamse presentator Ben Crabbé van "Blokken"aan meedeed. Hij kreeg het programma niet, hoewel ik hem veruit de allerbeste en grappigste vond. Maar mij werd natuurlijk niets gevraagd.
Toen eigenlijk niemand voldeed, ging eindredacteur Francois Boulangé het maar doen. Vanwege zijn corpulente voorkomen had hij bretels nodig. Maar tv-wetten eisen, dat je kleding niet twee keer achter elkaar draagt, dus dat vergde wel héél erg veel bretels (20 paar per week!). De oplossing werd gevonden in het aanpassen van onnoemelijk veel stropdassen, die omgetoverd werden in bretels… haha.

Ik had altijd de indruk, dat meedoen aan Lingo een vaste opdracht was bij de ontgroening van eerstejaars studenten, gezien het hoge aantal deelnemers uit die hoek.

Het meest gelachen heb ik om twee studenten, die alle schuttingwoorden met 5 letters uit hun hoofd hadden geleerd en die ook successievelijk gebruikten!

We maakten (eerst in Studio 5, later in Studio 23) 5 afleveringen per dag in een strak schema: 9:00h startten we en we waren altijd precies om 15:00h weer klaar. Dan had je nog wat aan je dag :-) We deden ook een keer een pilot voor een Israelische omroep. Die opname duurde 4 uur, vanwege de Engelstalige regisseur en zijn onervarenheid…

Overigens is Lingo het enige programma, waar ik ooit een stukje van de opnametape gewist heb. Gelukkig was het de ISO (soort reserve) band, waar ik 30 seconden van de beelden van camera 4 per ongeluk verving door een kleurenbalk…oef, dat was schrikken! (maar voor de rest geen slechte score in 21 jaar ;-) )

Nu stopt Lingo waarschijnlijk en misschien is dat wel een keer goed. Ik weet het niet, ik hoorde niet tot de doelgroep.
Quizzen deed ik graag. Ze hebben een vast werkschema en het Licht heeft alle tijd om er iets moois van te maken. Dus de shader (kleurcorrector, ik-zei-de-gek) had weinig stress en de stemming was altijd goed :-) (y)

Link: Stekker uit Lingo

vrijdag 25 juli 2014

Eendracht



"Eendracht: Toestand, dat je hetzelfde denkt als een ander", verklaart een verder onbelangrijke website. Dit is wel heel kort door de bocht gezegd, maar het klopt.

Mensen denken in het algemeen nu juist niet overal hetzelfde over als een ander. Daarom is eendracht zeldzaam goed.

Er wordt vaak geklaagd, dat mensen in de trein niet meer met elkaar praten.
Ha! Dat deden zij vroeger ook al niet. Toen las men de krant of een blad of keek stilzwijgend naar de voorbijtrekkende wereld (overigens denk ik, dat er meer gecommuniceerd wordt dan ooit, via WhatsApp ed.)
Alleen, als de trein middenin een weiland stopt, ja, dan begint men aarzelend met elkaar te praten. Dat was trouwens nog veel sterker in de tijd direct na de treinkapingen, weet ik nog.
Kort geleden was er het, voor mij totaal onbelangrijke, voetbalkampioenschap. Ook zo'n evenement bindt mensen. Ondanks het feit, dat "Nederland" geen kampioen werd, was men tevreden over het resultaat en dacht men terug aan al die gezellige wel gewonnen wedstrijden, waar miljoenen feest om vierden. Ook dat is eendracht. En denk ook eens aan massaal bezochte concerten.
Een gezamelijk probleem of doel, in de ruimste zin, verbindt anonieme mensen met elkaar. Altijd.

Na de Dag van Nationale Rouw werd er lovend gesproken over onze eendrachtigheid. Maar nu, een paar dagen later komen er ook andere geluiden bovendrijven:
- De mensen langs de weg, waar de rouwautos's reden, zouden ramptoeristen zijn.
- Mark Rutte zou meteen een gewapende eenheid naar de rampplek hebben moeten sturen.
- Onze focus zou teveel op ons zelf gericht zijn.
- We zouden de andere landen vergeten, waar oorlog en geweld is, enzovoort, enzovoort.

Pffff….

Eendracht zie je alleen in herkenbare groepen en tussen mensen, die zich aangetrokken voelen tot elkaar.

Er is hier al veel over geschreven, maar ik wil toevoegen, dat eendrachtigheid iets is van het moment. Als er gevoelens (massaal) gedeeld worden, wekt dat ook gedeeld gedrag op. Dat is niet slap of laf, maar dat heet sociale vaardigheid. Het is precies deze vaardigheid, die sommigen ontberen. In zijn of haar onvermogen om met verdriet en boosheid en dood om te gaan, slaat een enkeling wild om zich heen. Zij voelen zich niet thuis in een wereld, waar emoties openlijk geuit worden en waar berusting belangrijk gevonden wordt.
"Stuur direct zwaar bewapende soldaten naar de Seperatisten en roei het zooitje uit!" Grappig genoeg ken ik beroeps-militiaren met een groot hart en een prima denkhoofd. De opruiers komen dan ook niet vanuit die hoek. Nee, denk eerder aan Jort Kelder of Youp van 't Hek. Onze nationale tv clowns, die het zo goed met ons, maar vooral met zichzelf, voor hebben.

Ik ben geen VVD-er en ik ben ook geen Rutte-fan, maar ik ben blij met onze premier, die het repatriëren van de passagiers van MH017 tot de grootste prioriteit verhief, bóven de gewelds-opties. Ik hoop, dat alle mensen gevonden en spoedig netjes begraven zullen worden, hoewel dat misschien niet realistisch is.

Mensen zijn allemaal verschillend en denken en doen ook allemaal anders, maar in tijd van nood troosten we elkaar en onszelf.
Op een goeie en waardige manier.
Hoewel ook voor mij de volgende uiting van eendracht beter maar weer een voetbalkampioenschap mag zijn :-)

Willem, 25 juli 2014

woensdag 9 juli 2014

Is dit nu kunst?

Wat is kunst?
Die vraag leidt vaak tot verhitte discussies. Met name abstracte kunst wordt niet altijd begrepen. En dat is zachtjes uitgedrukt ;-)
Ik doe een poging:


Ooit bestonden er geen foto- of videocamera's om de wereld om ons heen vast te leggen. Men kon een situatie slechts omschrijven in een boek of er een schilderij van maken.
De behoefte van mensen om hun leefwereld vast te leggen is even oud als ons bewustzijn; kijk maar eens naar de grottekeningen, die mensen in de oertijd al maakten.

Deze mensen maakten ook de eerste gebruiksvoorwerpen, zoals speren en dolken. Om deze voorwerpen te kunnen vervaardigen, heb je bepaalde vaardigheden nodig, in het Engels ook wel "skills" genoemd.
Ik heb nog nooit een aap een tekening zien maken van zijn broer. En een mooie bloemenvaas creëren zij ook niet. Je kunt dus wel zeggen, dat het maken van voorwerpen echt "des mensches" is.


Gebruiksvoorwerpen worden ook vaak als kunst gemaakt, maar laat ik mij beperken tot de beeldende kunst. Rembrandt en zijn cornuiten verstonden "de kunst(!)" om prachtige afbeeldingen te maken van wat dan ook. Nog steeds kunnen wij kapitein Frans Banning Cocq en zijn gezelschap gereed zien staan voor de strijd. Hun kleding en bewapening zijn tot in de details herkenbaar en hun gezichten spreken boekdelen. De Nachtwacht is een zeer realistich schilderij.
Dit alles brengt ons bij de eerste betekens van het woord "kunst". Bedoeld wordt de vaardigheid van het schilderen. Kunst is dan een foefje, een methode, die de één beter beheerste dan de andere. Maar ook het resultaat wordt, om het ergens onder te brengen, kunst genoemd, vreemd genoeg. Zoals in "Dit schilderij is kunst". Deze tweede betekenis IS al vager.

Mondriaan's vroegere werk

Toen rond 1800 de Camera Obscura werd uitgevonden werden de kunstschilders brodeloos. Een foto gaf in veel kortere tijd en veel realisticher een houdbare representatie van de werkelijkheid. Om een boterham te blijven verdienen moest er iets anders bedacht worden. Mondriaan, bijvoorbeeld, maakte prachtige landschappen, maar net als andere schilders ging hij over op "abstracte" kunst. Ik geef ruiterlijk toe, dat ik daar geen verstand van heb, maar ik geef mijn mening als leek.

Nu kunstwerken niet direct meer herkenbaar waren voor de meeste mensen, werden zij al snel verguisd. "Is dit kunst"? Tja, men kon geen langdurig aangeleerde skills meer onderkennen en ook geen afgebeelde werkelijkheid.
Als puber zag ik Karel Appel op een filmpje in een razernij zijn dure verftubes leeg spuiten op een immens doek, terwijl hij uitriep : "Ik rotzooi maar wat aan, haha". Die uitroep wordt door kenners wel eens uitgelegd als een geniale grap (bevestig wat de domme buitenstaander zegt) maar ik denk eigenlijk nog steeds dat hij het meende. In ieder geval was er nog weinig over van een herkenbaar tafereel gemaakt door een hoog opgeleid vakman. Waar zijn de skills gebleven?

Hoewel de schilders Rembrandt en van Gogh het niet altijd breed hadden werden hun werken veel later onbetaalbaar duur. De prijzen van kunstwerken staan niet meer in verhouding met hun werkelijke waarde, zoals profvoetballers ook tegen idioot hoge prijzen van de hand worden gedaan. Die prijzen worden op veilngen kunstmatig opgedreven door een klein clubje elitaire vogels. Wij leken zijn al lang het spoor bijster.


De oude schilderijen waren ook uniek. Een techniek om een geverfd schilderij te kopieren bestond niet. Dit verhoogde de waarde op een heel andere manier. Barnett Newman's schilderij "Who is afraid of Red Yellow and Blue III" werd na opzettelijke beschadiging gewoon overgeschilderd met een roller met Latex! (dat was geen kunst, haha).

Kunst is al gauw een object met een goed lulverhaal er om heen. Dat verkoopt. Neem dit bijvoorbeeld:

"In zijn korte bestaan heeft het (schilderij "Who is afraid…") op velen een onuitwisbare indruk achtergelaten. Op mij ook. Op enkele meters afstand werd je hele blikveld gevuld met het meest intense rood dat je ooit waarnam. Niet het felste of het hardste rood, maar het meest levende, warme en stralende. Een rood vooral ook dat op je afkwam en je als een ruimte omhulde.... "

Ik ga hier kort door de bocht, maar geef toe, als IK het gemaakt had, was ik dan rijk geworden?


Moderne kunst; IS dat nou kunst? Voor mij dus niet. Wat vind je hier van:
Kunst is vergelijkbaar met een zend/ontvang opstelling, zoals bijvoorbeeld een zender (ik blijf een techneut :-) ), een medium en een ontvanger. Neem bijvoorbeeld een radiozender, de lucht als medium (de "Aether') en een radiotoestel. Aan de bron wordt geluid, (spraak of muziek) omgezet in een signaal, dat door het medium getransportereerd kan worden. De ontvangende radio zet dat signaal weer om in geluid. Het medium is helemaal niet interessant, het is slechts noodzakelijk om de boodschap over te brengen.
Zo kan een afbeelding, die met een bepaalde emotie is gemaakt, na transport door het medium (het onbelangrijke doek en verf) bij de ontvanger precies dezelfde emoties oproepen. Dat is mooi! Dat is knap! Dat is kunst!
Dit werkt uiteraard ook heel mooi bij de kunstvorm muziek. Stel: in Amerika speelt een Louis Armstrong de blues en in Holland draait een verdrietige vrouw zijn CD (het medium) en wordt door de man aan de andere kant van de wereld gesteund. Geweldig, toch.

Kortom, Kunst, tegenwoordig, is voor mij het overbrengen van emoties. Daar heb je knappe vakmensen voor nodig: componisten, schrijvers, muzikanten enz. Zonder het elitaire geklets, dat wij eikels kunst niet begrijpen. Poeh! Ik kan niet zonder, haha.

maandag 7 juli 2014

Onze maskers



18 oktober 1954:
Ik lig in de wieg en boven mij verschijnen gezichten. Van hele jonge tot hele oude gezichten.
Kennelijk hebben wij niet allemaal dezelfde ponems. Het is net of mensen allemaal hetzelfde zijn, maar dat alleen hun maskers verschillen. Die hele jonge en leuke gezichten zijn van mijn buurjongens en -meisjes, de wat oudere van mijn ouders en de echt oude gezichten zijn van mijn grootouders. Wat mij betreft hebben zij altijd diezelfde maskers op gehad, ik weet niet beter. Zo heeft de huisarts een masker van 60 jaar oud, hij aaide mij met zijn koude handen, bah.
De schillenboer mocht ook even "babykijken". Die oude grijze man heeft een masker, dat op dat van Abraham lijkt; niet mooi. De lieve buurvrouw van verderop bracht mijn ouders bloemen.
Als ik in de spiegel kijk, zie ik, dat MIJN masker het jongste en het mooiste is. Mijn moeder is maar wat trots op mijn volle zwarte bos haren. Kennelijk ben ik altijd zo geweest.

18 oktober 1964:
In een kinderwagen zie ik een mens met een heel jonge tronie. Jonger dan het mijne. Hoe kan dat? IK had toch het jongste gezicht?? De buurvrouw van verderop, die een behoorlijk grimpeld gelaat had, is overleden. Men zegt, dat zoiets vaker voor komt bij mensen met zo'n gezicht. Je zal maar zo'n masker hebben…
Ik zag laatst een soldaat in uniform. Hij had een stoere kop en droeg een soldaten baret. Brrr…lijkt me naar, dienstplicht.

18 oktober 1974:
Op mijn masker zit een baard en lang haar. Mijn soldatenuniform moet ik 5 dagen per week dragen, soms ook in het weekend. Ik heb nu het porem van een jong volwassene, geen idee, hoe ik daar aan kom? Ik zie steeds meer mensen om mij heen met een iets jonger gezicht dan ik heb. Geeft niet, waarom zou ik daar mee zitten? Ik voel me jong en gezond.
De huisarts, die mijn moeder hielp bevallen is overleden. Zijn bejaarde gezicht was al een tijdje heel bleek.

18 oktober 1984:
Rond de ogen van mijn masker zitten nu wallen, die had ik nooit. Staat wel oud, zeg.
Mijn ouders hebben nu maskers van zo'n 60 jaar oud. Het staat ze goed, maar ze zien er wel anders uit dan vroeger. Waarom is dat eigenlijk? Wie vraagt daar om?
Mijn lieve oma is overleden. Zij had een masker van 85 en ja, dan weet je het wel. Maar vreemd, het verfrommelde gezicht van een ooit heel knappe tante van mijn moeder is 92 en die leeft nog steeds?
De schillenboer is er trouwens ook niet meer.

18 oktober 1994:
Mijn oudtante met het masker van 92 is al heel lang dood. Mijn broers hebben gezichten, waar je aan kunt zien, dat zij geen 30 meer zijn. Ze zien er goed uit, hoewel je aan het masker van mijn jongste broer nu wel kunt zien, dat hij al heel lang ziek is.

18 oktober 2004:
Mijn masker begint op dat van Abraham te lijken. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Dit ben ik eigenlijk niet.
Ik kwam laatst een schoolvriendin tegen, nou ja, ik kwam iemand met het masker van een mevrouw tegen. Ze bleek dat hele leuke opdondertje te zijn uit de 6e klas. Ik zou haar nooit herkend hebben, als ze die glunderende ogen niet meer had gehad.

18 oktober 2014:
De wereld begint steeds meer te bestaan uit medemensen, die een jonger gezicht hebben dan ik. Vind ik niet fijn. Was ik maar weer net zo fit als lang geleden.
Ook mijn ouders hadden oude gezichten gekregen met veel rimpels en mooi grijs haar. Te oude maskers, ze zijn er niet meer.
MIJN masker wordt gevaarlijk ouder en ouder, het gaat nu al 60 jaar mee en het is echt veranderd, hoor. IK niet, overigens, IK ben gewoon dezelfde als altijd. Maar waarom moet ik dan persé dit masker op? Het hoort niet bij wie ik ben. Ben ik soms de schillenboer geworden? Nee toch?
Ik weet wel beter, zó ben ik nooit geweest.

18 oktober 2024:
………………………………………..

zaterdag 5 juli 2014

Mijn vliegangst



Ik heb vliegangst.

Wikipedia zegt: "Een fobie is een psychische aandoening, waarbij iemand, om doorgaans onduidelijke redenen, een ziekelijke angst ontwikkelt voor specifieke zaken of situaties. Deze angst staat niet in verhouding tot de reële bedreiging, die van de situatie of het object uitgaat en de lijder is zich hiervan goed bewust."

Dat klopt grotendeels, maar ik denk, dat er bij een fobie wel degelijk een duidelijke aanleiding aanwezig is. Het is een angst, die ooit reëel was en je hersenen ontwikkelen daarna een angst voor een bepaalde situatie. En angst is een gevoel.

Ik had al twee keer gevlogen, toen ik in 1986 naar Llorret de Mar vloog en onze DC-10 boven de Pyreneeën in turbulentie terecht kwam. Ik voelde mijn hart 50 centimeter buiten mijn lichaam kloppen, mijn bloed trok naar mijn benen en mijn handen waren nat van het zweet. Ik noem dit een soort "bijna-dood-ervaring". Het kwam goed, maar ik besloot direct om nooit meer in een vliegtuig te stappen. Het gebeurde echter op de heenweg, dus ik moest ook nog terug…

Als kind was ik gek op vliegtuigen; alle vliegtuigen. Ik had veel boekjes over verkeersvliegtuigen en straaljagers, bouwde plastic en kartonnen modellen en wilde een tijdlang zelfs straaljagerpiloot worden. En nog steeds kan ik genieten van een mooi vliegtuigontwerp.

Op mijn eerdere vluchten (naar Torremolinos en Mallorca) had ik heel relaxed de landing op Schiphol gefilmd vanuit een patrijspoort met mijn vader's Super 8 camera. Tijdens mijn laatste landing, daarentegen, zat ik tien minuten van te voren met mijn hoofd tussen mijn benen met mijn armen er om heen ("brace for impact"!) en mijn ogen had ik gesloten. Ik hoorde mensen om mij heen rustig babbelen en ik begreep niet, dat zij niet doodsbang waren, haha. Toevallig was er geen "slurf" beschikbaar voor het uitstappen en moesten wij het vliegtuig met een ouderwetse vliegtuigtrap verlaten. Ik kuste het asfalt (net als de toenmalige paus) en had het gevoel, alsof ik op het laatste moment van de galg gered was. dat nooit weer!

Ik zei hierboven al, dat een fobie een gevoel is. Dus alle rationele relativeringen door mijn vrienden en kennissen, die ik al 28 jaar hoor, helpen mij niet. Ja, vliegen is veilger dan mijn hobby motorrijden. Ja, de kans op een ongeluk is kleiner dan 1 op heeeeeeel veel. Maar een fobie is niet verstandelijk weg te redeneren. Sinds ik dit heb, doe ik nooit meer minderwaardig over de angst van sommige mensen voor spinnen en muizen, die angst is echt en heel naar.



Een van de gevolgen van zowel mijn vliegangst als van mijn interesse in (vliegtuig)techniek is dat ik al jarenlang kijk naar de tv serie „Air Crash Investigation" op National Geographic. Ik ken alle mogelijke oorzaken van planecrashes: pilot error, verkeerde software ("Fly by wire"), de afschaffing van de boordwerktuigkundige, afleesfouten in de cockpit, botsingen, slechte omgang met de autopilot, te weinig (of teveel) brandstof, omrekenfouten, haast(!), goedkope vliegmaatschappijen, kapingen, arrogante captains, terrorisme, nieuwe ontwerpen met verborgen kinderziekten, echt teveel om op te noemen.

Sommigen zeggen, dat ik een cursus moet volgen. Je gaat dan in een stukje vliegtuigromp op een stoel zitten en in je oortje vertelt Tosca Hoogduin dan met zwoele stem, dat er niets kan gebeuren, duh! JA, daar zal ik niet bang van worden. Maar eigenlijk ben ik gewoon bang, dat ik na zo'n cursus niet meer bang zal zijn, dus nee, geen cursus.

Dit duurt dus al vele jaren en ik ben er nooit meer ingestapt. En ik zal dat ook nooit meer doen. Dat is niet handig en jammer voor mijn vriendin. Vliegen is een comfortabele en snelle manier van reizen, maar ik durf dus niet meer. Onhandig, als je zoals ik, graag eens naar Amerika zou willen reizen (ik heb in de jaren verschillende gratis aanbiedingen van vrienden af moeten slaan, tot mijn grote spijt).

Maar goed, dan maar vakantie in eigen land. Sint MaartensVlotbrug is ook niet te versmaden haha :-)



Zie FaceBook reacties op dit blog