vrijdag 13 juni 2014

Oud zijn in 2039



2039. Goh, nooit gedacht, dat ik dat jaar zou halen.

Ik ben 85. Mijn vader werd ooit 87. Maar hij zat nog in een ouderwets bejaardenhuis, met lieve verzorgsters. Ik zit hier van god en alleman verlaten. Ja, Sarah. Die laat mij geen seconde in de steek. Die tilt me met haar sterke armen in- en uit bed. En als ik dan eenmaal op ben, moet ik direct gymnastieken, zoals wij dat als kind noemden. Uitsloofster! En daarna gezond eten, ze heeft elke dag een andere maaltijd in haar kop. Staat in haar database, zegt ze. Zal best wel.

Elke dag vertelt ze mij op haar eigenste monotone manier over vroeger, …om mij te vermaken! Steeds weer nieuwe versies van dezelfde verhalen; ik zou er doodziek van worden, als ik dat al niet was.

Als ik met mijn roelstoel naar de voordeur rijd, om even rond te gaan kijken, "meet the people”, noemden wij als kinderen dat, dan staat ze in een seconde voor mijn neus.
"HoHo, waar gaan wij naar toe?", dat staat niet op het dagrooster, piept ze dan. "WIJ?" "IK! Fuck je dagrooster…"
Sarah!…Wat een monster, zeg.

Ik heb een bloedhekel aan haar. Ze kan ook urenlang zwijgen, alsof ze dood is. Wat heb IK daar aan?

Laatst hebben ze haar hoofd tijdelijk verwijderd. "Onderhoud", mompelden de monteurs. Poeh, kijk mij eens na!

Ik vind het maar niets, ZORGROBOTS!!

donderdag 12 juni 2014

RodeDraadGrapjes



Soms zit ik wel eens te peinzen. "Wat heb ik nu helemaal bereikt in mijn leven"?

Geen idee eigenlijk. Echter, één ding weet ik heel zeker: ik heb kroeg-ervaring, heel veel kroeg-ervaring. Wat je er verder aan hebt weet ik ook niet, maar ik ben er wel blij mee. Duizenden en duizenden mensen moet ik ontmoet hebben in die (40!) jaren en duizenden zie ik ook nooit meer terug, op een kleine club na, die oud en grijs is geworden in de Mol en Ome Ko. (ja, het meubilair, waar ik dus ook inmiddels bij hoor, haha).

Waar ik bijzonder blij mee ben, zijn mijn zogenaamde "RodeDraadGrapjes". Hiermee bedoel ik het, in de kroeg, vasthouden aan een verhaal of grap en die stoïcijns jarenlang blijven herhalen.

Zo heb ik met Anton Mulder, Ruudje Brouwer, Frans Griffioen en een aantal anderen ooit de "Club van Fifty Four" opgericht. Allemaal zijn we in 1954 geboren en Do en ik groeten elkaar nooit normaal, maar roepen slechts "Fifty Four!"

Met Kareltje Opdam heb ik wel 20 jaar volgehouden, dat we bij de Geheime Dienst zaten. Ook wij groetten elkaar nooit normaal, maar begonnen bijvoorbeeld met: "Hoe was je opdracht in Israel"? Vervolgens fantaseerden we een half uur lang over ons "werk". Mensen aan de bar begrepen er helemaal niets van, vooral niet als we zogenaamd vreselijk ruzie gingen maken en schreeuwden tegen elkaar, haha.

Met Pammetje fantaseerde ik heel lang geleden, dat wij leden waren van de stam van de "Dikbuik Indianen". Wij groeten elkaar nog steeds met "Uch!" of "How!".

Ook lang geleden zei ik tegen Charles Schiffel: "Wat raar eigenlijk, dat wij hier de hele dag DRINKEN. Zou je op deze manier ook urenlang kunnen ETEN? Stel je voor, dat er een Kaasbar zou zijn, waar je aan de bar gaat hangen en steeds nieuwe broodjes kaas bestelt?" ("Twee jonge- en één pitjeskaas graag, met Zaanse Mosterd. En neem er zelf ook één.") Je kunt het je niet voor stellen. Ook daar hebben we het nog vaak over.

Begin jaren '80 vroeg ik nooit aan Leo Kooijman, hoe het met hem was, maar ik zei "Nog gezwommen?" Als hij ja zei (en dat deed hij altijd), dan vroeg ik hem of hij wel weer OoievaarsKuitenvet had gebruikt. Dat had hij meestal gedaan. "Goed spul, joh!"

Met Verus uit Weesp deelde ik een postzegelverzameling, suggereerden we. In het bijzijn van onze vrienden onderhandelden wij minutenlang over de verkoop van een zeldzame zegel en over onze albums. Iedereen geloofde het.

Misschien vergeet ik er nog wel een paar, maar die komen spontaan weer boven, zodra ik de bijbehorende vriend weer ontmoet. "Vriend", ja, het waren altijd mannen, bedenk ik mij nu.

Het geven van reacties in een rollenspel, DAT vind IK nu een leuk wedstrijdje, daar komt de kleur oranje dus niet aan te pas, haha