woensdag 7 september 2011

Mama. Mijmeringen aan haar graf, Deel 1

En aan de koude zomer van 2011 kwam een einde


Het is donderdag 1 september. Ik zit op het bankje, vlakbij uw graf; bij “het nieuwe gedeelte”, waar we samen wel eens gezeten hebben tijdens onze bezoekjes aan de mooie begraafplaats, waar u nu zelf een plekje hebt gevonden en laat alles wat er de laatste tijd gebeurd is aan me voorbij komen

Wat ik aan het eind van uw ziekteproces één van de ergste dingen vond, was dat ik niet meer kon praten met degene, die mij spreken heeft geleerd

Ik wil nog steeds praten met u. Trouwens, ik stop even met vousvoyeren, zoals wij broers van u geleerd hebben. Dat schept misschien een gemoedelijker sfeer

We hebben je gisteren begraven. Op de verjaardag van Koningin Wilhelmina, de vroegere Koninginnedag.
Je zou het mooi gevonden hebben, denk ik, hoop ik.


Ik had nette kleren aan en was naar de kapper geweest, want zo zag je me het liefst. Wel een slechte timing van me; dat had ik eerder voor je moeten doen

Het is gek, maar door je dood ben ik me bewuster dan ooit, dat ik (nog) leef. En als ik vrouwen op straat zie, jong of oud, denk ik steeds : Kunnen we jouw persoonlijkheid niet in haar lichaam stoppen? Kunnen we weer een tijdje voort… De gekste gedachten komen bovendrijven…
Ik wil je graag vertellen, dat ik geslaagd ben voor mijn examen. Iedereen zegt me, dat je trots op me geweest zou zijn, maar dat wist ik al. Natuurlijk zou je dat geweest zijn.
Iedereen zegt ook, dat 85 een mooie leeftijd is om te sterven, maar dat cliché brengt mij geen troost. Ik wilde je nog lang niet missen, kan je nog niet missen


Een week geleden kon ik je warme lichaam nog aaien, je kussen en opletten of je nog wel ademhaalde. Nu kijk ik naar een verdorrende bloemenzee in een hoekje van de begraafplaats naast een kleine haag. Wel een mooi plekje


Op voorstel van de uitvaartleider, Anne – Jan, die een soort vriend van ons geworden is, reed de rouwwagen met je kist vanaf het huis van Guus, waar je opgebaard was, naar de Vondelstraat, waarbij Anne - Jan langzaam voorop liep. Ik reed er met Guus en Jolanda achter aan. We hadden tranen in onze ogen, het was zo’n gevoelig gebaar. Nog eenmaal was je in de straat, waar je begin jaren ’60 ging wonen en waar we zoveel gelukkige jaren hebben meegemaakt. Wij, met ons zessen, Pa en jij, Guus, Hans, Kees en ik



Wij, Guus, Hans, Mike, ik en twee helpers, hebben je kist onder klokgelui de kerk in gedragen.. Het was de Grote Kerk, waar je precies 60 jaar geleden met die lange knappe en sportieve man trouwde, die mijn vader werd en de plaats, waar je ons hebt laten dopen in de Hervormde leer, de kerkstroming van je ouders, opa en oma Hasenaar

Papa wilde in eerste instantie geen klokken horen, omdat hij bang was, dat hij er nare herinneringen aan over zou houden, maar op ons verzoek mocht het toch

Maandag 29 augustus kwam de dominee bij ons thuis om de dienst, waar je om gevraagd had, te bespreken met papa, Guus en mij. Ik vroeg de dominee om je geen “zondaar” te noemen, zoals gebeurde bij de begrafenis van mijn goeie vriend Reijer.
Ik begreep van de dominee, dat hij je een aantal malen gesproken had en dat je daarbij gehuild had. “Zonde en boetedoening”, daar zou je juist mee geworsteld hebben. Nu je er niet meer bent, zou ik je er over willen vragen, maar zulke gesprekken hadden we eigenlijk nooit. Wat jammer toch. Ik had de rol van die dominee achteraf graag van hem overgenomen


Pa zat naast me, vooraan, maar helemaal in een hoekje tegen een kerkpilaar. Hij had het natuurlijk moeilijk, maar dat kwam gelukkig niet door de felle preek, waar ik me aan ergerde, maar die papa niet kon verstaan in de galmende kerk

Guus hield een mooie grafrede, waarin hij je uitgebreid dankte voor al je goede zorgen. Toen hij het niet droog hield, heb ik hem geprobeerd te steunen bij deze moeilijke toespraak. Samen getuigden wij van onze liefde voor je in de druk bezette kerk. Men vond ons een “goed stel”

We droegen je na de gevoelige muziek van Vicky Brown de kerk weer uit en we liepen met z’n allen achter de rouwwagen aan door Muiden, waar de hemel voor het eerst sinds je overlijden even niet met ons mee huilde. Anne – Jan liep weer voorop en ik voelde me goed. Het was zo mooi om op deze manier, met opnieuw klokgelui op de achtergrond, aan onze stadsgenoten te laten zien, dat we je met alle eer naar je laatste rustplaats begeleidden


Op de begraafplaats droegen we je in de regen naar je graf, helemaal aan het eind van de “nieuwe” rij, waar bijvoorbeeld ook Henk van Ginkel ligt.
Papa probeerde snel te lopen, waar hij nog dagen last van heeft gehad. We hadden niet aan zijn rolstoel gedacht

Door de regen was de “geluidsinstallatie” (plastic radio met microfoon…) nat geworden, zodat de dominee een beetje harder moest praten, maar dat was hij wel gewend, vermoedde ik. De techniek vormt altijd de sluitpost op deze begraafplaats…
Ook het zakken van de kist, zoals papa wilde, mislukte, omdat Anne – Jan het mechaniek, tot zijn grote spijt, niet aan de praat kreeg. Maar wij vonden dat niet zo erg, omdat de bloemenhulde, Guus bestelde 100 mooie rozen voor iedereen om uit delen, nu mooi zichtbaar bleef

Ik hoorde van iemand, dat je teveel bloemen op een graf niet mooi vond, maar ik denk, dat je ons eerbewijs prachtig gevonden zou hebben. Je was tenslotte ook je leven lang gek op je mooie kleurige tuin rond ons hoekhuis

En toen moesten we je achterlaten


We liepen terug door het bos naar Stadscafe voorheen Gieling voor de condoleance. Het was er druk. Veel mensen namen de moeite om ons te condoleren. Ook je vriendin Greet was er. Ze vertelde me verdrietig, dat ze nu haar laatste vriendin kwijt was. Tja, jullie kenden elkaar nog van de schoolbanken. Ik zal nooit vergeten, hoe je, nog niet zo lang geleden, met tante Greet samen in haar poëzie-album zat te lezen in haar huiskamer. Twee oudere meisjes, die elkaar zo goed kenden; wat een lief gezicht was dat

Ik kreeg van je broer Piet welgemeende complimenten over hoe we je de laatste tijd verzorgd hebben. Daar ben ik heel blij mee, want de kans bestaat dat de “oudere generatie” wellicht anders denkt over ziek zijn, verzorgd worden en een uitvaart organiseren

Ook je broer Antoon was er. Hij had ook al de condoleance bij Guus thuis bezocht en ik kon het niet helpen te denken, dat je hem wel iets eerder weer in Muiden had willen begroeten. Maar ik vind hem nog steeds een hele aardige en leuke oom. Ik merkte nu, dat hij toch ook heel erg op jou gesteld was

‘s Middags gingen we met z’n allen terug naar de Vondelstraat om pa zoveel mogelijk te steunen. Ik haalde oude fotoalbums van boven en pa en ik vertelde je geliefde kleinzoon Mike over dierbare familieleden, die hij nooit gekend heeft, zoals opa en oma Kroon


Pa hield zich kranig. Hij was eigenlijk rustiger dan in de weken hiervoor, toen je nog leefde. Waar hij zo lang bang voor was geweest, had nu plaats gevonden.
Hij heeft veel gehuild de laatste tijd, net zoals wij allemaal natuurlijk. We proberen papa te steunen, maar we kunnen zijn eenzaamheid niet wegnemen. Hij heeft 24 uur per dag zijn dierbaren om hem heen nodig, maar dat kan jij hem niet meer bieden en wij eigenlijk ook niet. Ik maak me veel zorgen om je lieve en trouwe echtgenoot

Ik gun je alle rust, die je verdiend hebt, na een leven van hard werken; vanaf je vroegste jaren. Ik wil je blijven schrijven, al was het maar, omdat die bezigheid mijn tranen weer naar boven haalt


Toen ik bang was, dat je ging overlijden dacht ik, dat Muiden nooit meer hetzelfde zou zijn zonder jou, maar je bent nog gewoon in ons midden op die mooie Algemene Begraafplaats, waar jouw ouders, papa’s ouders en je andere familieleden ook begraven zijn en waar je zo vaak heen wilde om hen te eren

Ik zal vaak (zo lang het kan met pa) naar je toe komen en tegen je blijven praten, mijn hele leven lang. Niemand zal dat meer horen, maar we blijven mijn leven lang verbonden

Tutoyeren tegen je blijft vreemd…Ik houd van u,

Uw oudste zoon Willem

(Nu ik dit blog gemaakt heb, lijkt het net een rare droom, die ik meegemaakt heb. „Onwerkelijk” is het trefwoord hier voor mij)